In de FRAIL-AF-studie onderzocht internist-ouderengeneeskundige Linda Joosten de effecten van het overstappen van vitamine K-antagonisten (VKA’s), zoals acenocoumarol of fenprocoumon, naar directe orale anticoagulantia (DOAC’s) bij kwetsbare ouderen met atriumfibrilleren. Het doel was om na te gaan of DOAC’s, die in de algemene populatie vaak als veiliger worden beschouwd, ook bij deze specifieke groep minder bijwerkingen zouden veroorzaken.
In tegenstelling tot de verwachtingen bleek uit de studie dat het risico op bloedingen juist toenam na de overstap naar een DOAC. Kwetsbare ouderen bleken gevoeliger voor de effecten van DOAC’s, mogelijk door verminderde nierfunctie, polyfarmacie of wisselende opname van medicatie. Waar bij gezonde populaties DOAC’s minder intracraniële bloedingen geven dan VKA’s, lijkt dit voordeel bij fragiele ouderen niet op te gaan.
De resultaten waren zo significant dat de overstap in de studie vroegtijdig is gestopt vanwege veiligheidsoverwegingen. Dit benadrukt het belang van terughoudendheid bij het zomaar aanpassen van antistollingsbeleid bij kwetsbare patiënten.
Joosten pleit voor meer gepersonaliseerde zorg, waarbij de afweging tussen risico op bloedingen en trombose per patiënt gemaakt moet worden. De FRAIL-AF-studie onderstreept dat richtlijnen niet zonder meer toepasbaar zijn op alle patiëntengroepen en dat voorzichtigheid geboden is bij medicatieaanpassingen in de geriatrische zorg.
Dit grote gerandomiseerde onderzoek (UMC Utrecht in samenwerking met de trombosediensten), laat zien dat bij kwetsbare ouderen met atriumfibrilleren het overzetten van een vitamine K antagonist (VKA) naar een niet-vitamine K antagonist (NOAC) leidt tot 69% meer bloedingen.
Lees hier meer over onze Trombosedienst.